Ik ben gek op salades. Toch eet ik ze weinig in de winter. De sla groeit nou eenmaal slecht in wintermaanden. Gelukkig is er witlof. Iets waar ik als kind van gruwelde. In gekookte vorm deed het me denken aan glibberig snot en uit de oven had het de structuur van een mega grote naaktslak. Toch heb ik het niet zo lang geleden weer eens gekocht. De grote liefde wilde graag een salade bij zijn konijn en toen kwam ik al snel bij witlof.
Ondertussen heb ik verschillende varianten van de witlofsalade gemaakt (en op mijn directe omgeving uitgeprobeerd, tot ergernis van mijn kinderen: hé mam, alwéér witlof) en kan ik zeggen dat ik een super lekkere winterse salade kan bereiden. En het is super makkelijk.
Ingrediënten:
2 stronken witlof, uitje, 1 appel (ik neem het liefst Elstar), 1 citroen, mayonaise, 2 eieren, suiker.
Kook de eieren hard. Was de witlof onder de koude kraan. Droog af en haal de buitenste bladeren eraf.
Snijd de witlof in de lengte door en verwijder de kern en stronk. Snijd de halve stronken in de lengte in vieren en hak ze dan fijn. Snijdt een klein uitje fijn en meng dit met wat mayonaise en eventueel een beetje olijfolie.
Schil de appel en snijdt in zeer kleine stukjes. Roer een eetlepel suiker door de appel. Meng dit met de witlof en sprenkel hier het sap van een halve citroen over. Meng nu het mayonaise / ui mengsel door de salade. Pel de eieren, snijdt in vieren en leg deze op de salade. Dien de salade binnen vijftien minuten op, anders gaat deze verkleuren.
Laat de hoeveelheid suiker, mayonaise en olijfolie altijd afhangen van de smaak van de witlof. De bitterheid van de smaak verschilt nogal eens. Proef goed en breng op smaak naar eigen idee. Smaken verschillen, dus let vooral op je eigen smaak (of op die van je publiek). It’s only good if it feels yummy in your tummy…